Vaalbleek Cleansing Department Orchestra


“Bij Eugenie is alles anders. Haar ouders wonen op stand, in een herenhuis aan het Sint Annaplein, pal tegenover een monumentaal pand waar ooit Vincent van Gogh op kamers zat. Ik kan de industriële omgeving, de verpauperde wijken, Vincent én Eugenie’s mooie grote huis niet goed samen denken. In haar woonkamer staan een platenspeler en een kast vol lp’s van onder meer Duke Ellington, Pee Wee Hunt en een aantal Tilburgse jazzorkesten die me niets zeggen. Een daarvan is het Vaalbleek Cleansing Department Orchestra. Dat is een amateurorkest, zo vermoed ik, samengesteld uit mannen die werken bij de gemeentereiniging. Het ligt anders. Vaalbleek, zo legt Eugenie uit, is geïmproviseerde muziek. De bandleden zijn Tilburgse muzikanten, afkomstig uit de rock, jazz en klassieke muziek, onder wie Eugenie’s pianodocent Willem Kühne.

Voorzichtig haalt mijn vriendin het vinyl uit de hoes, legt het op de draaitafel en laat de naald zakken. Een bas wandelt zelfverzekerd door de kamer, Kühne’s piano vult hem aan, een blazerssectie zet korte frases neer. Dan derailleert een tenorsax en belandt al na enkele minuten in een staat van complete waanzin. De bas en piano versnellen, duwen de sax terug, de hele blazerssectie komt overeind, vertraagt en speelt een wiegelied. Onverwacht snerpt een elektrische gitaar door de melodie, onheilspellend ratelen drums. Trompet en trombone gaan er nu vandoor, tot de muzikanten elkaar, en naar het lijkt volkomen onverwacht, weer in de armen vallen. Na dit eerste nummer ‘Flattery in All Keys’ luisteren we naar de hele lp.

Na drie kwartier ben ik warm van opwinding. Vervolgens wellen tranen. Tempo, frasering, toonsoort, melodie: nooit eerder hoorde ik zo’n gelaagdheid en zoveel afwisseling op een en dezelfde langspeelplaat. Maar belangrijker nog: nooit eerder raakte muziek me zo in het hart. Meer dan ooit had ik het gevoel dat muziek samenviel met mijn dagelijkse omgeving. Vaalbleek vertelt een verhaal dat mij met deze stad verbindt.”

Vorig jaar las en herlas ik dit prachtige essay over Tilburg, impro, gentrificatie, liefde en eigenzinnigheid, geschreven door Ralf Bodelier. Opgewonden stuurde ik de Groene-link naar een Tilburgse vriend, die het in zijn vriendengroep weer doorstuurde met veel enthousiast onthaal en aha-erlebnis. Vanmorgen kreeg ik van de postbode de tweede elpee van Vaalbleek Cleansing Department Orchestra. Die liefdevolle typering van Bodelier blijkt geheel gegrond. Ineens begrijp ik waar Paul van Kemenade vandaan komt. Twee persoonlijke, recentere favorieten van Van Kemenade (Vaalbleek Cleansing Department Orchestra staat niet op Spotify). En supermerci Joop, wat een cadeau!
>>Fantasy Colours (van Close Enough, 2010)
>>Hymn to Whom It May Concern (van Stranger than paranoia, 2018)

Plaats een reactie